In de Pastorijstraat in Slyskapelle spelen zes van de vierentwintig bewoners één of meer instrumenten. Tijdens de lockdawn speelde Wilmar, een buurtbewoner, elke avond liedjes op zijn hoorn. Toen duidelijk werd dat het straatfeest niet kon doorgaan, besloten de bewoners een zitconcert voor elkaar te organiseren. Iedereen droeg een mondmasker en bracht zijn eigen stoel mee. Om de beurt traden de muzikanten op in wisselende samenstellingen: hoorn, accordeon, dwarsfluit, piano, gitaar en zang.
Bij de optredens van Wilmar mochten de bewoners raden welk nummer werd gespeeld. De winnaar kreeg een grote fruitmand. Terwijl de zon langzaam achter de bomen zakte en de wind met de partituren aan de haal ging, werd de Zomerstraat overspoeld door klassieke en moderne muziek.
“Onze buurvrouw vroeg zich al lachend af of we ‘s avonds geen muziek konden spelen. We hadden gehoord dat ze dan in de buurgemeente deden en dachten: dat kunnen wij ook wel in onze straat.”
Monika, buurvrouw